Aequipecten opercularis (Linnaeus, 1758) Wijde mantel
| Kenmerken | Vanuit de top lopen18 tot 25 ribben met daartussen een aantal fijnere ribben. Tentakels en oogjes langs de mantelrand. |
|---|---|
| Kleur | Schelpkleur is variabel, van vuilwit tot paars. Het dier zelf ik ook variabel van kleur. |
| Voorkomen | Oosterschelde |
| Voedsel | |
| Voortplanting | Hermafrodiet. |
| Grootte | Lengte tot 10 cm, hoogte tot 10 cm. |
Een volwassen wijde mantel is niet vastgehecht aan de bodem en kan zwemmen. Ze zijn te vinden op zand en gruisbodems.

